Banken handelen internationale betalingen in een vreemde valuta vaak op een vast moment gedurende de dag af. Dat wordt ‘fixing’ genoemd. Voor ondernemers die internationaal zakendoen, is dat lang niet altijd voordelig, stelt Joost Derks.
De meeste ondernemers verstaan heel goed de kunst om met onderhandelen een mooie korting te bedingen bij een buitenlandse toeleverancier. Elke euro die zo bespaard wordt, levert een bijdrage aan een hogere winst.
Helaas gaat een deel van die winst vaak verloren doordat er veelal weinig aandacht wordt besteed aan de wijze waarop de bank internationale betalingen in een vreemde valuta afwikkelt, ook wel valutatransacties genoemd.
Valuta omwisselen met fixing
Bij de meeste banken is het gebruikelijk dat alle valutatransacties op een bepaald moment tijdens de dag worden uitgevoerd. Aan de hand van een rondgang langs de belangrijkste handelsplatformen wordt dan een vaste koers vastgesteld voor alle valutaparen. In vaktermen heet die koers de fix en het ineens afhandelen van alle transacties wordt fixing genoemd.
Voor de bank is deze aanpak wel zo voordelig. Eerst worden intern alle koop- en verkooporders in een bepaalde munt tegen elkaar weggestreept. Dat kost de bank dus niets. Slechts het verschil hoeft de bank in te kopen op de interbancaire valutamarkt.
Valutahandel: 24 uur per dag
Terwijl bij de bank de valutatransacties via fixing slechts eenmaal per dag worden afgehandeld, gaat de valutahandel wel 24 uur per dag door.
Volgens de Bank for International Settlements gaat er dagelijks maar liefst voor meer dan 5.000 miljard euro om in deze handel. De bank heeft dus wel degelijk de mogelijkheid om een order razendsnel af te handelen – net zoals een aandelentransactie bij een broker binnen een fractie van een seconde zijn weg vindt naar de beurs.
Het komt vaak voor dat orders meer dan twintig uur blijft liggen. De wisselkoers kan in de tussenliggende tijd alle kanten opgaan. Dat kan dus zowel in het voor- als nadeel uitpakken van de ondernemer. Het is echter helemaal niet nodig om zo lang in onzekerheid te verkeren.
Indicatieve wisselkoers
Klanten horen bij ‘fixing’ achteraf tegen welke wisselkoersverhouding hun transactie is doorgevoerd. Dan wordt dus pas duidelijk tegen welke prijs de vreemde valuta wordt gekocht of verkocht.
Vooraf krijgen klanten slechts een indicatieve wisselkoers. Dat is hetzelfde als wanneer je bij een benzinepomp een ‘indicatieve’ prijs van 1,39 euro per liter ziet staan. Pas bij de kassa blijkt dat opeens 1,45 euro per liter in rekening wordt gebracht. Dat zouden weinig mensen accepteren. Helaas is dat bij internationale betalingen erg gebruikelijk.
Opslag
De bank kan bij ‘fixing’ bovendien een opslag bovenop de wisselkoers zetten zonder de klant daarover vooraf goed te informeren. De banken moeten de opslagen voor de fixingkoers per valuta publiceren, maar dat wordt niet altijd actief gecommuniceerd.
Het is daarom belangrijk om internationale betalingen alleen te laten uit te voeren als uw financiële aanbieder van tevoren duidelijk maakt wat de opslag is en tegen welke wisselkoers de betaling wordt uitgevoerd. Zo komt u niet voor nare verrassingen te staan.
Joost Derks is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij begon zijn carrière bij Van Lanschot Bankiers en inmiddels heeft Derks ongeveer twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl